Een oude stoombrouwerij wordt omgebouwd naar een woning.
Het perceel maakt deel uit van een binnengebied dat volop in ontwikkeling is van een inbreidingsproject met gezinswoningen. De sheddaken worden afgebroken. De bestaande betonstructuur wordt de blauwdruk van het nieuwe plan. Er ontwikkelt zich een nieuwe staalstructuur tussen de oude betonstructuur. De betonstructuur tekent zich als een potloodlijn tussen ‘oud’ én ‘nieuw’.
De aanwezige elementen vragen om een subtiele verweving van kwalitatieve ruimtes en eerlijke materialen die in dialoog gaan met de bestaande ruwe structuur. Ruwheid en verfijnheid vormen een spanningsveld.
De nieuwe woning nestelt zich in de bestaande contouren van de loods. Zo krijgt de woning een grote buitenruimte aan de leefruimtes en een intieme tuin aan de meer private ruimtes. De gemeenschappelijke tuin wordt de groene kern van de ganse site.
Onherstelbare ruïnes herknippen met de schaar van vernieuwing. Zowel qua concept als met middelen en materialen. De vervallen oude boerenwoning wordt afgebroken. Bouwen van BUITENkamer met behoud van BINNENkoer-gevoel. Hergebruik van oude bestaande schuur tot relaxruimte.
Houtskelet met polycarbonaat bepalen zowel de snit als de mantel van de tuinkamer. Het resultaat is dat er een ‘patiogevoel’ ontstaat op de plattegrond van onze eigenste Belgische binnenkoer. Het tuinkamerskelet tekent – tijdens afwisselende zonnestanden – een perspectief van spanten op de transparante polycarbonaat -leien. Robuust en fragiel. Het geheel schittert. Binnen afwisselend koel in de zomer, in de winter behaaglijk door het serregevoel bij minieme zonnestraaltjes. Buiten krijgt de binnenkoer – door het opentrekken van de hoeken – een frisse koelte. De vier windstreken trekken perspectieven naar binnen en naar buiten.
De monumentaliteit van de oude graanschuur wordt in zijn geheel behouden. Geen restauratie om de restauratie maar heroriëntatie. Binnen zijn de muren met witte kalei als een gebleekt stenen laken. Sauna, stortbad en toilet zitten ietwat verdoken achter een open dakhoge ruimte. Grote ramen trekken de binnenkoer binnenste buiten. De houtkachel staat als een uitroepteken torenhoog. Hier is vuur. Onder de kleine bijbouw zit twee meter diep de dompelput. Water, gefilterd door lava en planten, brengt een spiegelreflex binnen. Een energieke doop.
Het geheel geeft een eclectisch gevoel van verschillende huisjes. Oud en nieuw. De fotosynthese van het Belgisch dorpsgevoel.
Werken in de tuin!
Denken in de tuin!
Een plek in de tuin!
Hier wordt bedacht… in de werkplek.
Aan de achterdeur van het woonhuis hangt een luifel. De luifel is een beschutte plek in de tuin.
Beschut tegen de zon, maar ook tegen de regen. Een plek in de tuin.
Achteraan in de tuin is terug een luifel in de tuin. De luifels staan haaks op elkaar met ertussen het groen. De 2 luifels kijken uit op het groen binnengebied. Hier kan je de seizoenen voelen.
Binnen én buiten. Leven én werken.
Onder de achterste luifel bevindt zich de werkplek.
De luifels zijn opgebouwd uit een lichte zwarte houten constructie. De houten structuur tekent elk uur een ander perspectief.
Grote ramen trekken de tuin binnenste buiten. Het buitenschrijnwerk is ook zwart hout.
Het geheel staat op een betonnen sokkel.
Binnen zijn de muren wit. Het plafond is in berk. Het centraal meubel in berk zorgt voor oriëntatie én herbergt de technieken.
De werkplek is een klein huis (tiny house). Werkplek wordt huis. Huis is werkplek, een werkhuis. Hier wordt gewerkt!
Na het werken kan hier compact gewoond worden, in het weekend, op latere leeftijd… levenslang wonen in de tuin.
Op slechts een steenworp afstand van het Citadelpark, ligt een bijzonder bed & breakfast “entrenous”. De historische woning werd verbouwd naar een woning met drie gastenkamers.
De voorgevel werd respectvol hersteld in zijn oude glorie. De binnenzijde werd grondig verbouwd, maar een link met de bestaande indeling of constructie is nooit veraf.
Oud en nieuw ontmoeten publiek en privaat. De nieuwe betonnen structuur vormt de krijtlijn van de oude afdruk. Kleine kamers worden opengeknipt met zichtbeton.
Robuuste en eerlijke materialen vormen de basis voor een stevig fundament. Niet enkel als drager van het gebouw, maar als drager voor alles wat het gebouw ooit nog moet kunnen zijn.
De private en publieke functie worden intensief verweven binnen de woning zonder een harde grens te creëren.
De opengewerkte achtergevel zorgt voor een heroriëntatie. Het houten buitenschrijnwerk hangt als een gordijn over de achtergevel en alterneert tussen open, halfopen en gesloten. De vide brengt buiten naar binnen en omarmt publiek en privaat.
Betonnen elementen creëren nieuwe perspectieven en vormen met hun ruwe robuuste karakter een tegenpool van het gepolijste betonnen tapijt op de vloeren. In de private ruimtes wordt dan weer een houten warme vloer voorzien. Het meubilair wikkelt zich als een blauwe mantel doorheen het huis en maakt alles tot één geheel.
Inplanting!
Een hoekperceel, aan 2 straten, tussen 2 woningen.
De inplanting beantwoordt zowel aan de contextuele randvoorwaarden als aan de oriëntatie.
Zo staat de noklijn haaks op de hoek van het hoekperceel en richt de achtergevel zich volledig naar de achterliggende velden (ZW- oriëntatie). Dit geeft een privacygevoel zowel naar de buren als voor de buren.
Compact en duurzaam gaan hand in hand. Duurzaamheid start bij een compacte woning.
Compact = ecologie, compact naar grondVERBRUIK, compact naar energieVERBRUIK.
Maar ook: compact naar impact, visuele impact… geen visuele pollutie… laat het landschap zijn zoals het is, als een tuinhuisje…
Gewoon een huis, ge-WOON in een huis. Wonen in een huis.
Typische vorm van een huis, of toch niet, net iets anders, net iets meer in zijn context.
Plattegrond wordt doorsnede, doorsnede wordt plattegrond, snede is gevel.
2 gevels (punt vanaf de straat), 5 gevels (5-hoek), 6 gevels, want gevel voordeur (dus eigenlijk voorgevel) plooit om de hoek in de carport.
Zo staat de voorgevel eigenlijk echt letterlijk op de hoek – haaks op de ene straat en haaks op de andere straat.
En eigenlijk zijn er 7 gevels, want de twee dakvlakken zijn ook gevel, worden ook met hout bekleed.
Hier komen we terug bij compact en duurzaam… geen verloren ruimte, geen zolder met hoge plafonds, of geen berging onder dak, of geen stockage in de mooiste ruimte van het huis… neen, slapen en wassen doen we onder dak. De zolder is in de kelder.